Dromen…

Het was 1976. Ik weet het nog goed… Innsbruck. De Olympische Winterspelen. Wat een machtig schouwspel voor een 6-jarig jongetje. Tussen de middag rennend van school naar huis om maar niks op de zwart-wit TV te missen.

Alpineskiën, bobsleeën, rodelen, schansspringen, ijshockey, schaatsen… geweldig om dat allemaal als kleine jongen te zien. Sporters uit 37 verschillende landen. Namen als Piet Kleine, Hans van Helden, Franz Klammer en Ingemar Stenmark. Dagdromen om hier ooit aan deel te mogen nemen. Rennend weer naar school om vervolgens om half vier weer naar huis te rennen om zo weinig mogelijk beelden te missen.

Wat een tijd! Als kind gefascineerd door al die sporten. Als kind tijd genoeg om alles te volgen. Namen die je je ruim 45 jaar na dato nog steeds herinnert. Dromen van zo’n afdaling, dromen van zo’n schans, dromen van zo’n 5.000 meter rit, dromen van zo’n ijshockeyhal. Later als ik groot ben…

Een beetje gekrabbel met gezwikte enkels op de bevroren plaatselijke plas beloofde niet veel goeds. De schans werd het ook niet… of het moet de tobbedansschans in het lokale zwembad geweest zijn. Niet veel later bleek ik een zonaanbidder te zijn. Zon, zee, zwembad en warm weer. De Olympische Zomerspelen? Lekker eten ging er ook wel in. Daar lag dus ook geen gouden carrière in het verschiet.

Maar als… als frikandellen eten een olympische sport was dan…

Het dorpsplein

Het is de trots van het dorp. Het moet het dorp eer aan doen en een idyllische sfeer uitstralen. Ieder zichzelf respecterende gemeente heeft er één, wilt er één of legt er één aan. Wel moet het multifunctioneel zijn, net als een Zwitsers zakmes. Het kan prachtig ogen, soms ook nostalgisch met een roep naar het verleden.

Zo ook het dorp waar mijn roots liggen. Tegenwoordig hebben ze daar zo’n multifunctioneel plein. Hoge nieuwbouwpanden in een mooie oude stijl eromheen. Sfeervolle terrassen van de plaatselijke horeca aan de zijkant van het plein. Het doet Bourgondisch aan, een beetje als een oud marktplein in een oude Vlaamse stad. Op het oog niks mee!

Jaren geleden lag op dezelfde plek ook een pleintje. Een pleintje wat er niet uit zag en waar je eigenlijk ook niks mee kon. Een pleintje met een vies gemetseld vijvertje en een fontein. Maar ja, dat is alleen leuk voor de plaatselijke jeugd in De Wielergemeente om na een aantal schuimkragen gedronken te hebben er rondjes doorheen te fietsen om te kijken wie het langst op zijn fiets kan blijven zitten en wie de bijnaam van het dorp op heroïsche wijze eer aan doet… of als je de fontein na historische voetbaloverwinningen oranje of rood-wit-blauw laat kleuren. Dat die gouden voetbaltijden van Oranje en de plaatselijke trots voorbij zijn, hebben de notabelen van het dorp goed ingeschat.

Nu ligt er een mooi plein. Ideaal… multifunctioneel ook. In de winter kan de lokale kunstijsbaan er staan, tijdens de braderie kan er een feesttent staan, in de zomer kan je het volgooien met zand en een beachvolleybalweek houden, je kan er een dorpskermis neerzetten of je kan er een mooi terras van maken. Zoveel gedachten, zoveel mogelijkheden…

Tegelijkertijd heeft men het dorpshart, lees de winkelstraat, voorzien van nieuwe bestrating en een verbreed trottoir zodat het als een geheel gezien kan en mag worden. Oeps, een verbreed trottoir… 

Tja, een verbreed trottoir houdt bijna altijd een versmalde weg, langzaamrijdend verkeer, stilstaand laad- en losverkeer, files in de winkelstraat, gevaar voor fietsers en minder parkeerplaatsen in. Maar gelukkig zijn de lokale bestuurders van het pittoreske plaatsje op de Brabantse Wal niet voor één gat te vangen. Ook daar hebben zij een oplossing voor, want…

… het nostalgisch aandoende plein is toch multifunctioneel? 

Sorry meneer, overmacht…

“Pa, hoe deden jullie dat vroeger?” Au! Dat komt hard aan. Deze eenvoudige vraag impliceert dat je ouder wordt. 
Onthand… de jeugd is onthand en ik ook een beetje. Geen Facebook, geen app’s, geen webshop, geen online GTA, geen Dropbox, ICloud of Wetransfer. Wat? Geen internet! 
Niet mobiel en niet op de laptop. Je leest het laatste nieuws niet meer, je leest de laatste roddels niet meer en je leest de laatste grappen niet meer. Sommigen denken dat ze zelfs niet meer kunnen werken. Onthand…
Wat nu? Tjongejonge, wat zijn we de dupe! Wat moeten we nu doen? Winkels en kantoren zijn gesloten. Geldverkeer komt niet op gang. Het land ligt plat. De economie stokt. Help…
We zijn het tegenwoordig niet meer gewend in deze digitale wereld. We willen verder. Leven zonder digitalisering is bijna niet meer voor te stellen. Mobiel betalen, al je gegevens in de digitale wolk en alle info op straat even opvragen. Leuk dat het kan, maar is het zo handig? 
Vorige week al met mijn neus op de feiten gedrukt door een storing bij mijn mobiele provider, vandaag weer mijn hoofd gestoten door een storing bij mijn internetprovider. Wat? Twee keer in de week een storing? Weten die providers wel wat ze veroorzaken? 
Twee keer in de week niet bereikbaar zijn of niet kunnen internetten… Het geeft confronterende vragen en confronterende antwoorden in het kwadraat… “Sorry meneer, overmacht”. 
Nog maar een spelletje “Mens erger je niet”. “Hé, wel opletten… Jij bent!” 
Pa, hoe deden jullie dat vroeger, was de vraag…