De wens is de vader van de gedachte…

Wat een mooie en goede initiatieven komen er los de laatste maand. Creativiteit ten top. Solidariteit in optima forma.

Soep en eten bij ouderen brengen, bloemen brengen bij mensen die “gevangen” zitten in een zorginstelling, online school, digitale arbeidsinitiatieven om mensen zonder werk weer in het arbeidsproces te betrekken, thuiswerken om de economie zo goed als mogelijk in stand te houden, maatregelen vanuit de regering om te voorkomen dat teveel mensen overlijden aan COVID-19 en de mensen in de vitale en cruciale sectoren die extra gemotiveerd en met veel uren door werken.

Veel mensen zijn in staat anders te denken, nieuwe ideeën uit te voeren, dingen aan te pakken en zaken te verbeteren. Meestal alles in positieve zin, maar helaas ook in negatieve zin.

De wereld is veranderd. Het is niet meer zoals in 2019. De economische trein wordt door de natuur afgeremd. Het overlevingsinstinct van de mens wordt aangesproken. Het lijkt logisch dat dit anders is dan in vroegere tijden: de technologie, de wetenschap, de denkwijzen van de mens zijn verder ontwikkeld.

Misschien is de remming goed, misschien ook niet. De meningen hierover zijn verdeeld. Natuurlijk is welvaren fijn om te beleven. Maar ook het mooie van de natuur is fijn om te beleven.

Helaas zijn er ook altijd mensen die op een minder chique manier proberen te overleven of er beter uit willen komen. Mensen die niet nadenken en misschien niet beseffen dat 2020 een verandering in het leven te weeg zal brengen of misschien al gebracht heeft. Mensen die op de oude voet verder willen. Mensen die ten koste van anderen nog steeds meer willen. Mensen die eigenlijk geen afstand kunnen nemen van het individualisme.

Bijna dagelijks zie ik dit soort “patiënten” voorbij komen. Mensen die nog niet gehoord hebben van samen doorpakken, van solidariteit en al helemaal nog nooit gehoord hebben van ergens samen de schouders onder zetten of de handen uit de mouwen steken. Triest!

Regelmatig hebben mijn collega’s op het uitzendbureau contact met mensen uit branches die stil liggen en wel willen werken. “Wauw!” denk je dan in eerste instantie. “Die zijn gemotiveerd, die stellen zich solidair op, ze hebben een wil om aan te pakken in de vitale sector, dat is een mooie mentaliteit”. Helaas was de wens de vader van de gedachte. Nog niet eens zo heel ver in een gesprek kwam de uitspraak: “…Ik wil wel werken, maar dan wel zwart”. Tja, een negatieve creatieve gedachte met betrekking tot de NOW maatregelen die getuigt van geen solidariteit en helaas wel individualisme. Doorbetaald door middel van de NOW en zwart werken. Ikke, ikke, ikke… en de rest kan stikken…

Bedrijven in de voedselketen zijn vaak afhankelijk van arbeidsmigranten. Ook voor hen zijn er onzekere tijden. Zij moeten direct kunnen inspelen op politieke beslissingen in Oost Europa.

Mooie initiatieven worden in deze branche genomen. Groepen ZZP-ers uit branches die momenteel zonder opdrachten zitten, worden aangelegd. Een mooi voorbeeld van solidariteit, van samen de schouders eronder te zetten, van samen de handen uit de mouwen steken, van samen doorpakken… zou je denken.

Deze ZZP-ers konden maandenlang fulltime werken in de voedselketen bij bedrijven in West Brabant en Zeeland. Banen in de vitale sector! Ook hier was de wens de vader van de gedachte…

Deze ZZP-ers bleken helemaal niet te willen werken. Zij hebben ook een negatieve creatieve manier gevonden om te overleven. Ze wilden als ZZP-er blijven werken in voor hun onbekende branches met torenhoge tarieven. Liever zitten zij op kosten van de belastingbetaler “solidair” thuis te klagen onder het genot van een Tozo uitkering. En als ze al aan de slag zouden komen in deze branche als ZZP-er zonder ervaring en met een torenhoog tarief dan betaalt de consument uiteindelijk ook de rekening.

Jammer dat het overlevingsinstinct negatieve effecten heeft, maar gelukkig heeft het veel meer mooie en positieve effecten.

Petje af

Al lopend over een bedrijvencontactbeurs zie ik een stand waar zonder enig bijgeluid mijn oog op valt. De stand, ingericht met prachtige foto’s van werkende mensen tegen een mooie wand voorzien van een oranje kader. Foto’s met werkende mensen die zich in een bepaald vakgebied hebben gespecialiseerd. Daar is over nagedacht.

Over de slogan ook! “Wegens omstandigheden beschikbaar”. Getriggerd door de werkende mensen en de tekst, kijk de stand in en zie ook een beeldscherm waarop werkende mensen te zien zijn.

Het blijkt te gaan om mensen die zich voor de tweede keer in een bepaald vak gespecialiseerd hebben. Op een gemeentelijke inspraakavond zou je met een petje op denken en tegenwoordig ook zeggen of schreeuwen: “Toe maar, twee opleidingen…! Wie betaalt dat? Had je je van te voren niet kunnen bedenken dat het werk, voortvloeiend uit je eerste studie, je niet bevalt! Mensen die zich voor de tweede keer in een bepaald vak gespecialiseerd hebben. Pfffffff!”

Mensen die zich voor de tweede keer in een bepaald vak gespecialiseerd hebben. Niet vrijwillig, niet uit gemakzucht, maar noodgedwongen! Jonge mensen die al een studie voltooid hebben. Vaak een studie op MBO-, HBO- of universitair niveau. Jonge mensen met een afgeronde studie psychologie, die noodgedwongen een leer/werk traject ingaan als supermarktmedewerker, logistiek medewerker of iets anders. Niet omdat ze dat leuk vinden, maar om toch een beetje een toekomst op te kunnen bouwen.

Jonge mensen uit toch behoorlijk ontwrichte gezinnen: een vader van ergens in de vijftig, die jarenlang gewerkt heeft als docent Engels aan het plaatselijk gymnasium, een moeder van dezelfde leeftijd die jaren gewerkt heeft als anesthesist in het lokaal hospitaal. Ouders die de studie van hun kinderen bekostigd hebben. Een studie psychologie waar dochterlief nu helaas niks mee kan. Niet in haar eigen land en niet in Nederland.

Niet omdat er geen patiënten zijn. Die zijn er waarschijnlijk meer dan genoeg, mag uit allerlei televisie- en social media beelden uit binnen- en buitenland geconcludeerd worden. Diploma’s daar draait het om in de wereld. Dochterlief had wel een diploma, meerdere zelfs. Helaas voor de dochter in kwestie worden de in haar eigen land behaalde diploma’s in Nederland lager gewaardeerd.

Ze had hele goede papieren totdat het hele gezin moest vluchten. Vluchten voor extremistische groeperingen, die het liefst hun eigen regels aan anderen opleggen en al helemaal een broertje dood hebben aan mensen die gestudeerd hebben, kennis hebben of een eigen mening hebben.

Pa en ma zullen waarschijnlijk nooit meer aan het werk komen, hun kinderen waarschijnlijk wel. Pa en ma, zichzelf helemaal wegcijferend, hebben besloten om te vluchten voor de toekomst van hun kinderen en eventuele kleinkinderen. Een moedig besluit!

De toekomst van de kinderen… die er wel ineens heel anders uitziet. In een vreemd land, een nieuwe taal, weer opnieuw beginnen, weer gaan studeren, weer gaan leren en dan maar hopen op een leuke baan… wegens omstandigheden beschikbaar.

Petje af!
petje

Heeft u de juiste mix?

U kent ze wel die zelfverzekerde 45+ers, die denken dat ze de hele wereld aankunnen. Ze zijn niet meer te kneden. Die groep is minder productief. Nee, daar moet u niks van weten. In uw bedrijf hebt u het liefst mensen tussen de 25 en 30 jaar. Daar hebt u namelijk niet zoveel kosten aan.

Deze vooroordelen zijn veel voorkomende gedachtes. Voor de heel korte termijn heeft u misschien gelijk. Voor de iets langere termijn is deze gedachte “killing” voor uw business. Want wat doet u als de huidige 25 tot 30-jarigen de 45+ grens hebben bereikt? Of is het uw ambitie om binnen een jaar te stoppen met uw business?

De intentie van iedere ondernemer c.q. werkgever is om het bedrijf een lang leven te geven. Ook al verkoopt u uw bedrijf, uw intentie zal altijd zijn dat uw idee verder wordt uitgebouwd. Er is niemand die de ambitie heeft zijn bedrijf binnen vijf jaar failliet te laten gaan. Nog sterker, iedere werkgever gaat voor de omzet en winst. Daarom hebt u goed personeel nodig. Inderdaad goed personeel! “Goed” is niet “goedkoop”, want goedkoop is duurkoop.

Onlangs is er een onderzoek gepubliceerd van dr. Franz Josef Gellert. Gemengde teams verhogen de productiviteit binnen een onderneming. Dit is koren op de molen voor de 45+er en u als werkgever. Teams met een gemengde leeftijdsamenstelling komen in een leervriendelijke omgeving tot enorme prestaties.

Beide groepen zijn nodig binnen een onderneming. U hebt er niks aan als heel uw bedrijf is opgebouwd uit alleen 50+ers: op termijn kunt u continuïteitsproblemen krijgen. U hebt er ook niks aan als uw bedrijf is opgebouwd uit alleen 25 tot 30-jarigen: er is te weinig kennis binnen de onderneming. Het gaat om de combinatie: daar ligt de kracht voor uw onderneming!

Er zijn veel bedrijven die de leeftijdsamenstelling van teams zorgvuldig opbouwen, maar nog lang niet ieder bedrijf doet dit. Heel snel wordt bij een ontstane vacature geprobeerd deze zo snel mogelijk weer in te vullen tegen zo laag mogelijke kosten. De zo laag mogelijke kosten worden door werkgevers vaak geïnterpreteerd als loonkosten. Een werkgever is snel geneigd te denken dat hij/zij zó geld bespaard. De 25-jarige is immers tevreden met € 2500,00. Dat scheelt toch al snel minimaal € 1.300,00 aan salaris en salariskosten met de 45+er. Na drie jaar heeft de werkgever een jaarsalaris bespaard.

Is dit ook daadwerkelijk een besparing? Stel, u neemt een 25-jarige aan. Hij/zij is nieuw in de branche. De nieuwe medewerker krijgt:

  • een inwerktraject;
  • in- of externe trainingen;
  • een mentor;
  • overleggesprekken.

Dit alles kost tijd. Tijd kost geld. Kostbare tijd waarin de nieuwe medewerker niet productief is. Het is echter niet alleen de nieuwe medewerker die niet productief is. Ook de collega’s die hem inwerken en zijn mentor zijn in deze periode minder productief voor u dan wanneer zij alleen hun eigenlijke taak uitvoeren. De nieuwe werknemer moet ervaring opdoen. Het is een leerproces, er kunnen en mogen fouten gemaakt worden.

En wat dacht u van de jongere medewerker die omwille van zijn leeftijd een tweede, derde, vierde kans krijgt en zo zijn proefperiode en tijdelijke contract overleeft… totdat u zich realiseert dat u vastzit aan een arbeidscontract voor onbepaalde tijd met een medewerker die nog steeds niet performt? Hebt u wel eens uitgerekend wat dit u allemaal kost? Ruim de helft van wat u zogenaamd bespaard heeft, wordt in het eerste half jaar geïnvesteerd aan het inwerken. En nu maar hopen dat de 25-jarige niet na één jaar € 100,00 meer en een mooier telefoontje wordt beloofd door uw concullega.

Naast de al genoemde voordelen is de 45+er wat betreft zijn/haar zelfstandigheid, loyaliteit, werk- en levenservaring zeker niet duurder voor uw onderneming. De 45+er heeft een iets hoger salaris dan de 25-jarige, maar qua rendement is deze voor u misschien wel interessanter.

Regeren bij uw bedrijf de jonkies of is er een uitgebalanceerde mix tussen 45+ers en jongeren?

Olav Baltussen