De bekerfinale

Een mooie voorjaarsdag… voor sommige jeugdvoetballers staat er een heuse bekerfinale op het programma. Lekker weer, mooie (kunst)grasvelden en een welwillende amateurvereniging die de finaledag wilde organiseren. 

KNVB scheidsrechters in plaats van clubscheidsrechters. Neutraal terrein in plaats van hun eigen veld. Met een heuse gehuurde spelersbus naar het organiserend dorp, ook al is het op fietsafstand… De zenuwen en adrenaline gieren al door de spelertjes heen.

Door een aantal ouders wordt de druk opgevoerd alsof het de Champions League finale betreft. Clubs als FC Bal op het dak, Polderboys en de Akkertrappers zijn tot de diverse finales bij de E en D-pupillen in de B-categorie doorgedrongen en spelen tegen echte stadsclubs als de Vinex Boys en Stationsbuurt. 

De spelertjes hebben het moeilijk. Op het veld en naast het veld. Op het veld met hun tegenstanders, naast het veld met hun ouders. Wat moeten ze nu? De trainer zegt links en pa zegt rechts. De scheids zegt overtreding en ma zegt dat het niks is. 

Emoties lopen hoog op. Spelertjes worden opgehitst door trainers met net iets teveel Constantinopel’s temperament. Op veld 2 wordt een E-spelertje van het veld gestuurd wegens een bewust veel te harde tackle, waarmee hij zijn tegenstander de wedstrijd uittrapte. De vlam in de pan! Coaches komen het veld in. De jeugdige scheidsrechter komt op zijn beslissing terug. Het lijkt wel of de jeugdige scheidsrechter eieren voor zijn geld kiest en de verbaal agressiefste trainers hun zin geeft. De ouders van de tegenstander gaan zich ermee bemoeien, maar de scheidsrechter kiest de kant van de agressiefsten en gaat de ouders uitleggen dat spelers bij E-pupillen niet van het veld gezonden kunnen worden… Tja, kennelijk kenden deze scheids en de trainers de regels niet. Dat is jammer… in een finale. 

Op veld 1 begint ondertussen de volgende wedstrijd. Twee aan elkaar gewaagde ploegen. Ouders lopen, ondertussen luidkeels hun stembanden testend, achter het hek mee met hun zoon of dochter die van achter naar voor loopt en weer terug… Zoon- of dochterlief gehoorzaamt en iedere brul van pa of ma volgt hij of zij op. Leuk voor de trainers… 

En weer… vanuit het niets de vlam in de pan. Een rode kaart, een aantal gele kaarten, trainers die aan de scheids om opheldering vragen. De KNVB scheids weet het duidelijk ook niet meer. Hij begon de wedstrijd goed en floot volgens het boekje… totdat hij een vrije trap liet nemen in plaats van het spel te hervatten een scheidsrechtersbal. Om deze fout te herstellen gaf hij en passant ook maar geen penalty. Tja, dan begint het gemarchandeer. Dan begint het gezeur langs de kant, dan begint het gezeur in het veld… helemaal vanuit het niets, was het dus niet bij deze 12-en 13-jarigen. 

Jammer! Huilende kinderen, gillende moeders en overspannen vaders… het had zo leuk kunnen zijn.

Is tellen tot tien al lastig?

Het is verschrikkelijk om aan te zien. Het is te gek voor woorden. Het is in- en intriest. Ieder weekend gebeurt het. We staan erbij en kijken ernaar. 

De voetballende jeugd wordt verkeerde dingen aangeleerd. En waarschijnlijk puur voor het resultaat en/of het zogenaamde aanzien van een of andere E-pupillentrainer. De jeugd is de dupe. Zij weten op 8-, 9- of 10-jarige leeftijd niet beter. Zij nemen de uitspraken van hun trainer voor waar aan. 

Bij menig hoekschop of vrije trap in de buurt van het goal zie je het gebeuren. Een aantal jongens gaat bij de keeper staan en beginnen hem/haar uit zijn voor hem/haar ideale positie te duwen of te trekken. 

De scheidsrechter, vaak voor de thuisploeg een goedwillende vader of “trainer” die vaak ook nog enigszins niet echt objectief optreedt en zeker de edele laws van het voetbal niet kent, doet het af onder het mom van “Ach, het zijn nog kinderen”. Hij grijpt niet in, want vaak is het de ploeg die dergelijke praktijken bezigt, zijn favoriete ploeg. Pa weet niet beter, want bij Polderboys 9 en ook op TV doen ze dat in zijn perceptie ook.

Het is een overtreding om de beweging van de doelverdediger te beperken, door hem op onsportieve wijze te blokkeren, bijvoorbeeld bij het nemen van een hoekschop of vrije trap. Hoe moeilijk kan het zijn? In Jip en Janneke taal kan het niet eenvoudiger omschreven worden…
Ook is het een overtreding wanneer je een tegenstander duwt, naar hem/haar springt, hem/ haar trapt of probeert te trappen, slaat of probeert te slaan, laat of wilt laten struikelen, ten val brengt, aanvalt of bespuwt. Ook hier is geen woord Spaans in te vinden… Hoe moeilijk kan het zijn?

Als trainers kinderen nu eens fatsoenlijk leren voetballen, zijn we er bij komende eindtoernooien misschien weer bij. Hoe moeilijk kan het zijn?

Regel 12 is toch duidelijk… of is tellen tot 10 al lastig? 

Hun Avondje…

Wat een schouwspel! Wat hebben ze een plezier! Allen hun droom nastrevend. Alsof ze al jaren samenspelen…

Zesendertig tienjarigen spelend op een groene mat. Zesendertig tienjarigen uit Zuidwest-Nederland. Zesendertig tienjarigen, waarvan sommigen al met elkaar in een team spelen. Anderen kennen elkaar, doordat ze wel eens tegen elkaar gespeeld hebben. Zesendertig tienjarigen, de meesten zien elkaar vandaag voor het eerst. Zesendertig tienjarigen, die allemaal een droom hebben…

Goed gefaciliteerd komen ze het veld op. De ene vol bravoure, de ander zenuwachtig en weer een ander met gezonde spanning. Spannend is het zeker voor de zesendertig tienjarigen!

Een mooi kunstgrasveld, een heerlijke voetbaltemperatuur, een lekker zonnetje, veel ouders, de voltallige scouting, drie trainers, twee keepertrainers, een verzorger, twee kantinemedewerkers en de leiding van de jeugdopleiding zijn allemaal present om de zesendertig tienjarigen in ieder geval de middagen van hun leven te geven.

Eerst de oefenstof, de keepers apart en daarna de partijtjes: vier teams. Alsof de zesendertig tienjarigen nooit anders gespeeld hebben! Makkelijk en vlot worden combinaties opgezet. Sommigen kennen elkaars naam niet eens. Toch wordt er makkelijk samengespeeld. Talent herkent talent, zal het wel zijn.

Geen lange solo’s, maar mooie combinaties, aanvallen en doelpogingen, af en toe een goal, sterk verdedigen en schitterende reddingen. Wat een genot om naar te kijken! Zesendertig tienjarigen die allemaal genieten. Zesendertig tienjarigen en allemaal gewaagd aan elkaar. Zesendertig tienjarigen op de groene mat. Zesendertig tienjarigen die allemaal één doel hebben…

… over een jaar of tien… hun Avondje …!

NAC stadion

Wollah… voetbal

Je kent ze wel. Vroeger had je ze… en ze bestaan nog steeds.

Vroeger noemden ze zichzelf Pelé, Cruijff, Maradona of Vanenburg. Een poortje hier, een schijnbeweging daar. Op ieder veldje of pleintje had je ze… Tegenwoordig noemen ze zich Ibrah, Messi of Ronaldo. Een panna hier, een move daar. Op ieder veldje of pleintje vind je ze…

Ieder team heeft er wel één. Iedere zaterdag zie je ze op verschillende niveaus bij een jeugdvoetbalwedstrijd in de provincie. Jongens die aardig met een bal overweg kunnen… Jongens die altijd net één tegenstander te veel willen passeren… Jongens die altijd alleen zelf willen scoren… Jongens die denken dat ze in hun eentje ook wel een wedstrijd kunnen beslissen… Jongens die hun medespelers irriteren… Jongens die het publiek irriteren met hun “alleen op de wereld” voetbal… Jongens die zichzelf frustreren met hun eigen voetbalbeperkingen… Jongens die niet in een team passen… Jongens die eigenlijk helemaal niet met een team willen of kunnen voetballen… Jongens die een ietwat verkeerd zelfbeeld hebben… Jongens die blijkbaar te dom zijn om voor hun team en zichzelf het maximale uit het voetbalspel te halen…
Wollah… Wat doen deze jongens op een voetbalveld?

Blaasvoetbal…

blaasvoetbal

Wat een vreemd zicht! Kan dit nog wel? Kunnen zij het nog wel? Wat zijn de voors en tegens om dit nog steeds toe te laten?   Het is een vreemd zicht, een opa in korte broek en scheidsrechtersshirt “rennend” tussen A, B of C-junioren op divisie, hoofdklasse of 1e klasseniveau. 

Soms de edele “laws” vertaald naar hun tijd: de jaren ’70 waar iedere aanvaller bang was voor types als Rinus Israël, keihard, meedogenloos en niet bang om met een doodschop aan de noodrem te trekken. De Coopertest of de piepjestest begin jaren ’80 al achter zich gelaten.

Rennend kan je het niet meer noemen. Het is meer een soort van dartelen, maar dan minder mooi dan ballerina’s doen. Het is meer een soort huppelen met stijve, niet meer naar het brein luisterende, spieren. Het hoofd wil wel, maar het lichaam niet meer.

Ooit in een ver verleden hun oranje badge gehaald om vervolgens te blijven hangen in de middencirkel bij het prestatief juniorenvoetbal. Soms geeft dit een hilarisch beeld, maar het wordt in het veld en op de tribune maar zelden gewaardeerd.

Het is een vreemd zicht, een scheidsrechter in een spijkerbroek, die overduidelijk de spelregels niet kent of in ieder geval niet hanteert en de regels die hem wel bekend zijn, zeker niet consequent hanteert. Het is vragen om “problemen” bij de voetbalspelende pubers en hun mondig publiek dat op de tribune bij een amateurclub veilig in de anonimiteit zit. Voor die leeftijdsklasse en misschien ook wel hun publiek, is duidelijkheid en consequent zijn juist belangrijk. De pubers en hun publiek kennen de regels of niet of ze kennen ze wel, maar gedragen zich er niet naar. Consequent zijn naar beide ploegen is dus belangrijk.

Onder het genot van een beker warm zwart vocht of, wanneer er later op de dag gespeeld wordt door hun kinderen, een beker gevuld met een goudgele alcoholische drank met schuimkraag, beginnen ouders, grootouders, broers, zussen, vrienden en bekenden te morren om vervolgens iedere beslissing van deze welwillende, maar niet echt kundige leidsman in twijfel te trekken. De discussies gaan langzaam over in joelen, spot en hoon.

Die scheidsrechters, velen zien deze categorie iedere week… Moeten deze scheidsrechters, de goede en conditioneel meekunnende daargelaten, niet tegen zichzelf in bescherming worden genomen? Is een voetbalspel waar niet meer gelopen hoeft te worden worden voor hen een optie?

Blaasvoetbal…