Onverwachts?

… Een land dat geen land is… Een land waar de inwoners geen Brit zijn, maar Engels, Iers, Schots of Welsh… Een land dat niet bestaat… Een land dat sinds 1973 lid is van de EEG/EU en nog steeds een eigen munt heeft… Een land waar ze nog steeds aan de linkerkant van de weg rijden… Een land waar het nog steeds katten en honden regent… Een land waar ze nog steeds thee drinken in plaats van koffie… Een land waar ze nog steeds frites in een krant verpakken… Een land dat met voetbal nog steeds geen EK-titel heeft… Een land waar ze nog steeds bier zonder schuimkraag drinken… Een land waar ze de mond vol hebben over integratie… Een land dat al meer dan veertig jaar niet wil integreren in Europa… 
Hé, old chap… #Brexit… konden we Michiel de Ruijter nog maar sturen…

De scheids

“Klootzak, dat is geen overtreding. Voetbal is een mannensport!” of “Hé eikel, ga eens naar Specsavers!” Zomaar een paar eenvoudige opmerkingen die aan een scheidsrechter geadresseerd worden ieder weekend. Maar wat als de scheidsrechter hierop reageert met “Hé vadertje, heb je je zoon nu nog niet leren voetballen?”

Ooit vertelde een trainer mij: “Voetbal is oorlog!” Qua strijd, inzet en tactiek begrijp ik dit. Voetbal is een tactisch spelletje. Als je het spel ziet, is het prachtig. Als je het dan ook nog kan uitvoeren, is het helemaal schitterend. Ook een oorlog wordt tactisch benaderd door generaals, maar zelfs in een oorlog is er respect voor de tegenstander.

Respect, iets dat sommige ouders ontbeert. Ouders, die zelf waarschijnlijk nooit verder gekomen zijn dan Polderboys 9 op veld 8, interpreteren de uitspraak meestal anders. Voor hen is voetbal ook oorlog, maar dan op een guerrilla-achtige wijze. Vanaf minuut 1 is de scheids een soort NSB-er die vogelvrij verklaard is.

Zou het een soort onmacht zijn die over ouders neerdaalt bij het zien van 22 voetballende jongens of mannen. Onmacht over het moeten loslaten van hun jongens of onmacht over het niet kunnen beïnvloeden van het spel. Zou het een soort apengedrag zijn? Bij apen heb je alfamannetjes, die zittend op een rots ook allerlei geluiden en gebaren maken van “Kijk mij nu hier eens zitten!”

Zou het iets zijn van opgaan in de massa, hetgeen je ook ziet in voetbalstadions? Iemand roept iets vanuit een groep en denkt dan dat niemand weet wie er riep, alsof er geen camera’s zijn. Bij jeugdwedstrijden is het makkelijker! Er is altijd wel een alfa-aapje uit het publiek, die zichzelf na de wedstrijd al dan niet verbaal en al dan niet bewust verraadt.

Zouden ouders uit frustratie dit wangedrag vertonen. Frustratie ontstaan op het werk, thuis, in de maatschappij of frustratie dat hun zoon beter voetbal speelt dan zij ooit gedaan hebben? Zouden deze ouders bang zijn dat hun prinsje(s) een keer een wedstrijd verliezen?

Aan de scheidsrechter de “ondankbare” taak om het voetbalspel te leiden. Inderdaad tussen “ “, want het leiden van dit prachtige spel is leuk. Natuurlijk ziet deze spelleider niet alles, maar is dat de schuld van de scheids?

Er is één scheids, twee assistent-scheidsrechters, die bij wedstrijden lager dan de hoofdklasse senioren van de club zijn en dus nooit objectief zullen zijn, meestal 2 trainers, 22 spelers en zo’n 6 tot 10 reservespelers die allemaal beïnvloed worden door het gedrag van ouders. En dat alles op een veld van zo’n 100 bij 64 meter.

Ouders, wees blij dat er iemand is zoals een scheidsrechter. Iemand die van het voetbalspel houdt, iemand die het spel snapt, iemand die de spelregels kent en deze ook durft toe te passen, iemand die er voor zorgt dat de speler ‘s avonds gewoon weer thuis kan eten in plaats van in het ziekenhuis.

De voorbeschouwing

Welke voetballiefhebber in Nederland zit daar nu op te wachten… Frankrijk-Portugal… de finale van het EK 2016. Twee saaie teams, de ene afhankelijk van om in James Bond termen te spreken ene CR7, de andere van… van wie eigenlijk, ja?

Jaren geleden hadden beide landen mooie teams. Namen als Eusebio, Baía, Rocheteau, Giresse, Tigana en Zidane sierden de wedstrijdformulieren. Het ene land drie keer winnaar op een groot toernooi. Weliswaar bijna alle keren was het toernooi dan wel in eigen land. Buiten de landsgrenzen presteert het weinig… Het andere land heeft ondanks een eerdere finaleplaats nog nooit een groot toernooi gewonnen. 

Een finale tussen twee landen waar voetballend Nederland weinig goede herinneringen heeft. Het kaartenfestival tegen de Portugezen in 2004, de kwalificatie-uitschakeling tegen het Frankrijk van monsieur Platini in 1981 en de winst van Frankrijk op het EK 2000, waar Oranje als favoriet het penaltysyndroom opliep. 

Gastland Frankrijk won in 2010 het door de UEFA uitgeschreven EK-bid. De UEFA waar de Fransman en oud-voetballer Platini in die tijd voorzitter was. Hoe het monsieur Platini het de laatste jaren vergaan is binnen de UEFA en de FIFA is alom bekend.

Dus? Wat zou het worden vanavond? 

.. Ik vrees dat de finale al beslist is… 

De bekerfinale

Een mooie voorjaarsdag… voor sommige jeugdvoetballers staat er een heuse bekerfinale op het programma. Lekker weer, mooie (kunst)grasvelden en een welwillende amateurvereniging die de finaledag wilde organiseren. 

KNVB scheidsrechters in plaats van clubscheidsrechters. Neutraal terrein in plaats van hun eigen veld. Met een heuse gehuurde spelersbus naar het organiserend dorp, ook al is het op fietsafstand… De zenuwen en adrenaline gieren al door de spelertjes heen.

Door een aantal ouders wordt de druk opgevoerd alsof het de Champions League finale betreft. Clubs als FC Bal op het dak, Polderboys en de Akkertrappers zijn tot de diverse finales bij de E en D-pupillen in de B-categorie doorgedrongen en spelen tegen echte stadsclubs als de Vinex Boys en Stationsbuurt. 

De spelertjes hebben het moeilijk. Op het veld en naast het veld. Op het veld met hun tegenstanders, naast het veld met hun ouders. Wat moeten ze nu? De trainer zegt links en pa zegt rechts. De scheids zegt overtreding en ma zegt dat het niks is. 

Emoties lopen hoog op. Spelertjes worden opgehitst door trainers met net iets teveel Constantinopel’s temperament. Op veld 2 wordt een E-spelertje van het veld gestuurd wegens een bewust veel te harde tackle, waarmee hij zijn tegenstander de wedstrijd uittrapte. De vlam in de pan! Coaches komen het veld in. De jeugdige scheidsrechter komt op zijn beslissing terug. Het lijkt wel of de jeugdige scheidsrechter eieren voor zijn geld kiest en de verbaal agressiefste trainers hun zin geeft. De ouders van de tegenstander gaan zich ermee bemoeien, maar de scheidsrechter kiest de kant van de agressiefsten en gaat de ouders uitleggen dat spelers bij E-pupillen niet van het veld gezonden kunnen worden… Tja, kennelijk kenden deze scheids en de trainers de regels niet. Dat is jammer… in een finale. 

Op veld 1 begint ondertussen de volgende wedstrijd. Twee aan elkaar gewaagde ploegen. Ouders lopen, ondertussen luidkeels hun stembanden testend, achter het hek mee met hun zoon of dochter die van achter naar voor loopt en weer terug… Zoon- of dochterlief gehoorzaamt en iedere brul van pa of ma volgt hij of zij op. Leuk voor de trainers… 

En weer… vanuit het niets de vlam in de pan. Een rode kaart, een aantal gele kaarten, trainers die aan de scheids om opheldering vragen. De KNVB scheids weet het duidelijk ook niet meer. Hij begon de wedstrijd goed en floot volgens het boekje… totdat hij een vrije trap liet nemen in plaats van het spel te hervatten een scheidsrechtersbal. Om deze fout te herstellen gaf hij en passant ook maar geen penalty. Tja, dan begint het gemarchandeer. Dan begint het gezeur langs de kant, dan begint het gezeur in het veld… helemaal vanuit het niets, was het dus niet bij deze 12-en 13-jarigen. 

Jammer! Huilende kinderen, gillende moeders en overspannen vaders… het had zo leuk kunnen zijn.

Het dorpsplein

Het is de trots van het dorp. Het moet het dorp eer aan doen en een idyllische sfeer uitstralen. Ieder zichzelf respecterende gemeente heeft er één, wilt er één of legt er één aan. Wel moet het multifunctioneel zijn, net als een Zwitsers zakmes. Het kan prachtig ogen, soms ook nostalgisch met een roep naar het verleden.

Zo ook het dorp waar mijn roots liggen. Tegenwoordig hebben ze daar zo’n multifunctioneel plein. Hoge nieuwbouwpanden in een mooie oude stijl eromheen. Sfeervolle terrassen van de plaatselijke horeca aan de zijkant van het plein. Het doet Bourgondisch aan, een beetje als een oud marktplein in een oude Vlaamse stad. Op het oog niks mee!

Jaren geleden lag op dezelfde plek ook een pleintje. Een pleintje wat er niet uit zag en waar je eigenlijk ook niks mee kon. Een pleintje met een vies gemetseld vijvertje en een fontein. Maar ja, dat is alleen leuk voor de plaatselijke jeugd in De Wielergemeente om na een aantal schuimkragen gedronken te hebben er rondjes doorheen te fietsen om te kijken wie het langst op zijn fiets kan blijven zitten en wie de bijnaam van het dorp op heroïsche wijze eer aan doet… of als je de fontein na historische voetbaloverwinningen oranje of rood-wit-blauw laat kleuren. Dat die gouden voetbaltijden van Oranje en de plaatselijke trots voorbij zijn, hebben de notabelen van het dorp goed ingeschat.

Nu ligt er een mooi plein. Ideaal… multifunctioneel ook. In de winter kan de lokale kunstijsbaan er staan, tijdens de braderie kan er een feesttent staan, in de zomer kan je het volgooien met zand en een beachvolleybalweek houden, je kan er een dorpskermis neerzetten of je kan er een mooi terras van maken. Zoveel gedachten, zoveel mogelijkheden…

Tegelijkertijd heeft men het dorpshart, lees de winkelstraat, voorzien van nieuwe bestrating en een verbreed trottoir zodat het als een geheel gezien kan en mag worden. Oeps, een verbreed trottoir… 

Tja, een verbreed trottoir houdt bijna altijd een versmalde weg, langzaamrijdend verkeer, stilstaand laad- en losverkeer, files in de winkelstraat, gevaar voor fietsers en minder parkeerplaatsen in. Maar gelukkig zijn de lokale bestuurders van het pittoreske plaatsje op de Brabantse Wal niet voor één gat te vangen. Ook daar hebben zij een oplossing voor, want…

… het nostalgisch aandoende plein is toch multifunctioneel? 

It kin net

Wat ben je toch een patser! Rijdend in je dikke 4×4 Mercedes had je ontzag. Je had aanzien en velen zijn of waren fan van je. Niet vanwege je auto met een sterretje, maar vanwege je prestaties. 

Je prestaties op het veld. Je prestaties als profvoetballer. Altijd doorgaan en nooit te veel zeiken heeft je een mooie carrière opgeleverd. Je bent zelfs voor Oranje opgeroepen. Altijd reageerde je als een gentleman. Maar vertel eens, wat is er gebeurd? 

Onlangs was er een filmpje van je op social media. Schrikbarend! Zo kan je het nooit geleerd hebben van je mediatrainer. Als prof heb je een voorbeeldfunctie, wat er ook gebeurt! Waar ging het mis met je? 

Je bent tijdens een patsercontrole aangehouden. Natuurlijk mag je zo’n auto rijden in plaats van een leasebak van Eef en Huub, natuurlijk trek je bekijks in zo’n wagen met getinte ramen, natuurlijk staat zo’n auto op het lijstje van oom agent en natuurlijk moet ook jij gewoon meewerken aan deze controle. 

Je reactie was vreemd en overdreven. De agent in kwestie herkende je pas toen je je raampje opende en als je daar dan toch staat voert hij gewoon zijn werk uit. Dat wordt van jou toch ook verwacht in De Kuip of denk je dat die 40.000 seizoenkaarthouders naar je auto komen kijken? 

Maar nee, je wilde de patser uithangen. Je vraagt op een quasi-agressieve manier of je op een zware crimineel lijkt en je blijft daarna irritant de agent sarren. Tijdens een wedstrijd is dat gewoon rood, maar dat hoeft jou niet uitgelegd te worden. 

Je kan je die auto veroorloven, zei je in het filmpje. Dat is een mooi voorrecht. Je hebt hem ook eerlijk verdiend. Daar zegt ook niemand iets van. Niet iedereen kan zich een dergelijk bakkie veroorloven. Maar begrijp je dan ook dat er mensen zijn die zo’n auto niet via wettelijk geoorloofde wegen verkregen hebben? En begrijp je dan ook dat er instanties zijn die graag deze mensen in hun kraag grijpen, zodat ook jij niet teveel onnodige belasting moet betalen? En begrijp je dan ook dat agenten mensen zijn die gewoon hun werk uitvoeren? 

En misschien een tip! Ben je het beu om met je patserbak aangehouden te worden, kan je ook gewoon via je club bij Eef en Huub een Astra leasen….

Is tellen tot tien al lastig?

Het is verschrikkelijk om aan te zien. Het is te gek voor woorden. Het is in- en intriest. Ieder weekend gebeurt het. We staan erbij en kijken ernaar. 

De voetballende jeugd wordt verkeerde dingen aangeleerd. En waarschijnlijk puur voor het resultaat en/of het zogenaamde aanzien van een of andere E-pupillentrainer. De jeugd is de dupe. Zij weten op 8-, 9- of 10-jarige leeftijd niet beter. Zij nemen de uitspraken van hun trainer voor waar aan. 

Bij menig hoekschop of vrije trap in de buurt van het goal zie je het gebeuren. Een aantal jongens gaat bij de keeper staan en beginnen hem/haar uit zijn voor hem/haar ideale positie te duwen of te trekken. 

De scheidsrechter, vaak voor de thuisploeg een goedwillende vader of “trainer” die vaak ook nog enigszins niet echt objectief optreedt en zeker de edele laws van het voetbal niet kent, doet het af onder het mom van “Ach, het zijn nog kinderen”. Hij grijpt niet in, want vaak is het de ploeg die dergelijke praktijken bezigt, zijn favoriete ploeg. Pa weet niet beter, want bij Polderboys 9 en ook op TV doen ze dat in zijn perceptie ook.

Het is een overtreding om de beweging van de doelverdediger te beperken, door hem op onsportieve wijze te blokkeren, bijvoorbeeld bij het nemen van een hoekschop of vrije trap. Hoe moeilijk kan het zijn? In Jip en Janneke taal kan het niet eenvoudiger omschreven worden…
Ook is het een overtreding wanneer je een tegenstander duwt, naar hem/haar springt, hem/ haar trapt of probeert te trappen, slaat of probeert te slaan, laat of wilt laten struikelen, ten val brengt, aanvalt of bespuwt. Ook hier is geen woord Spaans in te vinden… Hoe moeilijk kan het zijn?

Als trainers kinderen nu eens fatsoenlijk leren voetballen, zijn we er bij komende eindtoernooien misschien weer bij. Hoe moeilijk kan het zijn?

Regel 12 is toch duidelijk… of is tellen tot 10 al lastig? 

Zes planken

Aan de rand van het dorp of stad verrijzen ze als paddestoelen uit de grond. De één nog mooier dan de ander alsof er een wedloop tussen gemeenten is. 

Al jaren kom ik met twee voetballende zonen per weekend op meerdere sportparken. Verschillen zijn er sowieso. De ene keer op een splinternieuw park, waar zelfs profclubs een puntje aan kunnen zuigen, de andere keer op een historie uitstralend nostalgisch sportpark en soms op een sportpark met een paar weides. 

De ene ligt in de stad of het dorp, de andere er net buiten. De ene ligt in het bos, de andere aan de voet van de duinen. De ene is tussen flats ingebouwd, de andere ligt van alles en iedereen verlaten midden in een winderige polder.

De kleedkamers zijn onderdeel van het visitekaartje. Aan de kleedkamer valt de historie en/of de ambitie van de club af te lezen. Overal is het anders. Mooie kleedkamers, keurig in de clubkleuren geschilderd of prachtig betegeld alsof je een vijfsterrenhotel binnenloopt. Historische catacomben voorzien van een jaren ’60 geur en soms gebouwtjes waar mond- en klauwzeer heerst: de koeien zijn al gevlucht…

Sommige verenigingen zijn creatief in de inrichting van de kleedkamers. De ene heeft het modieus met leisteen, de ander heeft het klikobad uitgevonden en weer een ander laat de kleedkamers sponsoren. Het zou een mooi RTL-programma zijn… “Eigen club en kleedkamer”.

Sportparken met echt gras, sportparken met kunstgras. Sportparken met één veld, sportparken met tien velden. Verenigingen met een gedeeld sportpark, verenigingen met één sportpark en verenigingen met twee of soms zelfs drie sportparken. Sportparken met complete businesslounges en sportparken met een kantinekeet. 

De witte asbesthoudende betonpaaltjes met ijzerdraad erdoorheen als afrastering van het veld, zie je bijna nergens meer. Een beetje zichzelf respecterende vereniging heeft tegenwoordig een tribune. Oudere sportparken met nostalgische tribunes. Geërfd uit het verleden. Nieuwere sportparken met modernere tribunes. Sommige met een heus stadion, andere met zes planken. 

Maar gelukkig heeft ieder sportpark zo zijn eigen charme… al moet je soms goed zoeken.

Wie zit daar nu op te wachten

Tien redenen waarom het EK niet leuk wordt:

  1. Een toernooi in het land van Platini. Eigenlijk is dat niet verrassend. De FIFA kroonprins, de UEFA koning en een toernooi in eigen land. Hoe zou dat nu komen?
  2. Het toernooi duurt veel te lang. Het toernooi duurt eenendertig dagen en dat is veel te lang. Wedstrijden als Slowakije tegen Oostenrijk, wie zit daar nu op te wachten?
  3. EK’s zijn saai. De poulefase is een invuloefening. Hoewel er iedere keer twee landen zijn, die verrassen, zullen ook deze keer al twee landen er zeker van zijn om bij de laatste vier te eindigen. So wie immer… En om eerlijk te zijn, wie zit daar nu op te wachten?
  4. Eindtoernooien zonder Oranje zouden spektakel bieden. Op het WK van 1970 ontbrak Nederland. Men zegt dat het een doelpuntenfestijn was. Alleen de zestig-plussers weten nog wie er gewonnen heeft. Het EK 1984 en het WK 1986, waarop het Nederlands Elftal ook ontbrak, werden op dubieuze wijze door alweer Platini en in 1986 door Maradona beslist. De laatste keer dat Oranje ontbrak, in 2002, waren er de verrassingen van Senegal en Zuid-Korea. Maar wie zit daar nu op te wachten?
  5. De grote sterren ontbreken. Messi, Neymar, Suarez en vele anderen ontbreken, omdat zij geen Europeaan zijn. Sneijder, Robben en Van Persie hebben zich niet geplaatst. Zlatan zit in de herkansing en Ronaldo hebben we nog nooit zien schitteren tijdens een eindtoernooi. En al zou Ronaldo door het ontbreken van bijna alle sterren nu wel kunnen schitteren, wie zit daar nu op te wachten?
  6. Toernooi ploegen ruiken hun kans. Eén maand goed voetballen kan vier jaar roem opleveren. De zogenaamde B-landen ruiken hun kans, maar wie zit daar nu op te wachten?
  7. De Nederlandse invloed. Op ieder EK is wel een Nederlander betrokken. Notoire EK bezoekers als Dick Advocaat en misschien zelfs wel Guus Hiddink zullen er wel weer zakkenvullend als bondscoach van een ander land rondlopen. Björn Kuipers gaat als scheidsrechter misschien wel hoge ogen gooien. De analytici zullen hoogtijdagen vieren: vader en zoon Mulder zullen alles theatraal en vol romantiek de grond in boren, maar wie zit daar nu op te wachten?
  8. Ons buurland België. Ons buurland België speelt mee. Maken de merendeels in Nederland opgeleide Rode Duivels hun FIFA ranking waar? Kunnen de tweetaligen op het veld één worden? Kunnen ze de druk aan of bezwijken ze net als onze Oranjeleeuwen aan een gebrek aan mentaliteit en een overvloed aan sterallures? We zullen het zien, maar wie zit daar nu op te wachten?
  9. Nieuwe toppers. Zoals altijd tijdens een EK zullen er nieuwe toppers opstaan. In het verleden namen Bernd Schuster, Peter Schmeichel, Wayne Rooney en Arshavin een sterrenstatus aan. De ene brak door, de ander niet echt. Maar wie zit daar nu op te wachten?
  10. De voormalige eredivisiespelers. Voormalige eredivisiespelers zullen aan het EK deelnemen. Nu zijn Vertonghen en Vermaelen misschien nog wel interessant om te volgen, maar hoe zullen bijvoorbeeld Arnautovic, Janko en Dsúdzak spelen? Maar ja, wie zit daar nu op te wachten?

Kortom, het EK wordt niet echt boeiend. En als u tijdens één van de talloze EK-wedstrijden iets anders te doen heeft, schroom niet…

EK

Hun Avondje…

Wat een schouwspel! Wat hebben ze een plezier! Allen hun droom nastrevend. Alsof ze al jaren samenspelen…

Zesendertig tienjarigen spelend op een groene mat. Zesendertig tienjarigen uit Zuidwest-Nederland. Zesendertig tienjarigen, waarvan sommigen al met elkaar in een team spelen. Anderen kennen elkaar, doordat ze wel eens tegen elkaar gespeeld hebben. Zesendertig tienjarigen, de meesten zien elkaar vandaag voor het eerst. Zesendertig tienjarigen, die allemaal een droom hebben…

Goed gefaciliteerd komen ze het veld op. De ene vol bravoure, de ander zenuwachtig en weer een ander met gezonde spanning. Spannend is het zeker voor de zesendertig tienjarigen!

Een mooi kunstgrasveld, een heerlijke voetbaltemperatuur, een lekker zonnetje, veel ouders, de voltallige scouting, drie trainers, twee keepertrainers, een verzorger, twee kantinemedewerkers en de leiding van de jeugdopleiding zijn allemaal present om de zesendertig tienjarigen in ieder geval de middagen van hun leven te geven.

Eerst de oefenstof, de keepers apart en daarna de partijtjes: vier teams. Alsof de zesendertig tienjarigen nooit anders gespeeld hebben! Makkelijk en vlot worden combinaties opgezet. Sommigen kennen elkaars naam niet eens. Toch wordt er makkelijk samengespeeld. Talent herkent talent, zal het wel zijn.

Geen lange solo’s, maar mooie combinaties, aanvallen en doelpogingen, af en toe een goal, sterk verdedigen en schitterende reddingen. Wat een genot om naar te kijken! Zesendertig tienjarigen die allemaal genieten. Zesendertig tienjarigen en allemaal gewaagd aan elkaar. Zesendertig tienjarigen op de groene mat. Zesendertig tienjarigen die allemaal één doel hebben…

… over een jaar of tien… hun Avondje …!

NAC stadion