“Klootzak, dat is geen overtreding. Voetbal is een mannensport!” of “Hé eikel, ga eens naar Specsavers!” Zomaar een paar eenvoudige opmerkingen die aan een scheidsrechter geadresseerd worden ieder weekend. Maar wat als de scheidsrechter hierop reageert met “Hé vadertje, heb je je zoon nu nog niet leren voetballen?”
Ooit vertelde een trainer mij: “Voetbal is oorlog!” Qua strijd, inzet en tactiek begrijp ik dit. Voetbal is een tactisch spelletje. Als je het spel ziet, is het prachtig. Als je het dan ook nog kan uitvoeren, is het helemaal schitterend. Ook een oorlog wordt tactisch benaderd door generaals, maar zelfs in een oorlog is er respect voor de tegenstander.
Respect, iets dat sommige ouders ontbeert. Ouders, die zelf waarschijnlijk nooit verder gekomen zijn dan Polderboys 9 op veld 8, interpreteren de uitspraak meestal anders. Voor hen is voetbal ook oorlog, maar dan op een guerrilla-achtige wijze. Vanaf minuut 1 is de scheids een soort NSB-er die vogelvrij verklaard is.
Zou het een soort onmacht zijn die over ouders neerdaalt bij het zien van 22 voetballende jongens of mannen. Onmacht over het moeten loslaten van hun jongens of onmacht over het niet kunnen beïnvloeden van het spel. Zou het een soort apengedrag zijn? Bij apen heb je alfamannetjes, die zittend op een rots ook allerlei geluiden en gebaren maken van “Kijk mij nu hier eens zitten!”
Zou het iets zijn van opgaan in de massa, hetgeen je ook ziet in voetbalstadions? Iemand roept iets vanuit een groep en denkt dan dat niemand weet wie er riep, alsof er geen camera’s zijn. Bij jeugdwedstrijden is het makkelijker! Er is altijd wel een alfa-aapje uit het publiek, die zichzelf na de wedstrijd al dan niet verbaal en al dan niet bewust verraadt.
Zouden ouders uit frustratie dit wangedrag vertonen. Frustratie ontstaan op het werk, thuis, in de maatschappij of frustratie dat hun zoon beter voetbal speelt dan zij ooit gedaan hebben? Zouden deze ouders bang zijn dat hun prinsje(s) een keer een wedstrijd verliezen?
Aan de scheidsrechter de “ondankbare” taak om het voetbalspel te leiden. Inderdaad tussen “ “, want het leiden van dit prachtige spel is leuk. Natuurlijk ziet deze spelleider niet alles, maar is dat de schuld van de scheids?
Er is één scheids, twee assistent-scheidsrechters, die bij wedstrijden lager dan de hoofdklasse senioren van de club zijn en dus nooit objectief zullen zijn, meestal 2 trainers, 22 spelers en zo’n 6 tot 10 reservespelers die allemaal beïnvloed worden door het gedrag van ouders. En dat alles op een veld van zo’n 100 bij 64 meter.
Ouders, wees blij dat er iemand is zoals een scheidsrechter. Iemand die van het voetbalspel houdt, iemand die het spel snapt, iemand die de spelregels kent en deze ook durft toe te passen, iemand die er voor zorgt dat de speler ‘s avonds gewoon weer thuis kan eten in plaats van in het ziekenhuis.